De Antwerpse scholen proberen stilaan met strikte maatregelen terug in een bepaald ritme te komen. De afgelopen maanden waren allesbehalve evident, noch voor de leerlingen, noch voor de leerkrachten. Wij spraken Ann Cuyt, leerkracht Aardrijkskunde en coördinator op Sint-Ludgardis Antwerpen, over hoe zij haar lessen online invulde en hoe de leerkrachten omgaan met het gekste jaar in hun onderwijscarrière.
“Ik geef geen les meer op school, tegenwoordig ben ik voornamelijk bezig met toezicht houden, de leerlingen onthalen, een babbeltje met hen doen en hun praktische vragen beantwoorden. Ook online geef ik niet echt les, maar geef ik de leerlingen voornamelijk taken. Die moeten zij dan maken en in de loop van de week uploaden. Alles wat ik in de klas zou zeggen, typ ik uit in een document en post ik online. Er zijn leerlingen waarvoor dat genoeg is, maar er zijn er ook die het moeilijk vinden om linken te leggen met de leerstof.”
Was het lastig om de leerlingen gemotiveerd te krijgen voor het online thuisonderwijs?
“In het begin wel, omdat sommige leerlingen geen laptop hadden of moesten werken met een slechte internetverbinding. Voor een aantal leerlingen heb ik dan Telenet WE-free aangevraagd, met een code waar ze verder mee konden. Diegenen die geen laptop hadden, konden er eentje van de school in bruikleen nemen. Iedereen in de derde graad heeft nu dus een laptop en fatsoenlijk internet om mee te werken. Als je die dingen niet hebt, is het al helemaal hopeloos. Als er nu iemand niet volledig mee is, is dat omdat hij/zij ziek is, of even in een emotionele dip zit en de motivatie niet vindt om alleen voor de laptop te kruipen.”
Kregen de leerlingen die leerstof thuis verwerkt?
“Dat viel best mee. In andere jaren geef ik, naast de vaste cursus, ook nog extra leerstof mee. Dat kon ik dit jaar niet doen. Sommige leerlingen hebben bijvoorbeeld geen printer, en op een scherm studeren is heel lastig. Ik heb me dus zoveel mogelijk aan de cursus gehouden. Extra filmpjes en ander studiemateriaal zouden het alleen maar ingewikkelder maken. Simplisme stond centraal. De leerlingen hebben nu veel minder leerstof dan normaal, maar de moeilijkheid zit hem nu in het zelfstandig verwerken van die leerstof.”
Krijg je veel vragen binnen over de leerstof van de leerlingen?
“Ik heb ongeveer 130 leerlingen, en als ik zeg dat ik in een week vijf mailtjes krijg over de inhoud van de cursus, dan ben ik al aan het overdrijven. Misschien vinden ze de drempel om nu een vraag te stellen te hoog. Een vinger opsteken in de klas is voor een leerling een stuk makkelijker dan een mail sturen. Maar ik denk dat de leerlingen in het algemeen wel mee zijn met de leerstof, en dat ik daarom niet veel vragen krijg.”
Hoe hard houden de leerkrachten nog vast aan de eindtermen voor de vakken?
“(lacht) Dat is hopeloos geworden. Die eindtermen hebben we snel losgelaten, we konden niet anders. We hebben zelf moeten bepalen over wat al dan niet belangrijk is naar volgend jaar toe. Aardrijkskunde is bijvoorbeeld geen fundamenteel vak, daarom is het ook geschrapt uit het examenrooster.”
“In het begin van de coronacrisis dachten we dat het maar tot de paasvakantie zou duren. In dat scenario zouden alle examens in mijn ogen wel door kunnen gaan. Toen bleek dat de maatregelen nog veel langer gingen duren, wisten we meteen dat dat zware gevolgen ging hebben op de examens. De fundamentele leerstof die de leerlingen gemist hebben, moeten ze meenemen naar volgend jaar. Iedereen zal het jaar anders dan normaal moeten beginnen.”
Natuurlijk is het niet alleen voor de studenten een bizarre tijd op school. Hebben de leerkrachten het ook soms lastig om gemotiveerd te blijven?
“Dat verschilt van dag tot dag. Je zou denken dat wij allemaal staan te springen om weer naar school te komen, maar dat is niet altijd het geval. Een week voor de heropening van de school kwamen we allemaal enthousiast naar de proefdag, maar gingen we naar huis met een wrang gevoel. Het leek alsof we in een totaal andere wereld waren terechtgekomen, eentje waarin iedereen geïsoleerd leeft.”
Die proefdag was dus geen groots succes?
“Qua veiligheid wel. Alles werd veilig verklaard, maar het was gewoonweg geen prettige ervaring. Binnen de muren van de school mag je veel minder dan erbuiten, en dat is soms frustrerend. Het zijn echt surreële tijden hier op school. Zodra de leerlingen de schoolpoort verlaten, zetten ze hun mondmaskers af, aangezien die enkel verplicht zijn op school. Dan begin je natuurlijk te twijfelen aan het nut van die maatregel. Maar ik begrijp hen wel, zelf vind ik die mondmaskers ook verschrikkelijk om te dragen, en zet ik de mijne af zodra het mag. Maar ja, dat zijn regels opgelegd door de overheid en die wensen we op school uiteraard strikt te volgen. We moeten ons maar aanpassen aan de omstandigheden, hoe lastig dat ook is.”
“Mijn dochter zit op een andere school in het zesde middelbaar, en moest onlangs voor het eerst terug naar school. Het deed mij hartzeer dat ik haar niet warm kon maken voor een leuke dag op school, want ik wist dat dat niet het geval ging zijn. Op haar school zijn ze ook nog eens extra streng. Zij mogen er bijvoorbeeld niet buitenkomen om een koek te eten, even pauze te nemen of ’s middags hun boterhammen naar binnen te spelen. Zo zie je maar dat elke school de regels zelf vertaalt vanuit de richtlijnen van de overheid.”
In het zesde middelbaar wordt er normaal gezien veel aandacht besteed aan het maken van de juiste studiekeuze voor zij die verder willen studeren. Hoe hebben jullie dat deze keer kunnen opvangen?
“Voor de coronacrisis werd dat behandeld in de lessen Nederlands, en we hebben geprobeerd om dat alsnog te doen tijdens de online lessen. Momenteel zijn er een hele hoop online infodagen, waarover we alle informatie naar de leerlingen hebben doorgestuurd. Daarnaast zagen we dat er via sociale media enorm veel oud-leerlingen aanbieden om informatie te geven over de richting die zij gekozen hebben. Als school zijn we trots dat onze oud-leerlingen meedoen aan zo’n tof, spontaan initiatief.”
Leave A Comment