“Toekomst Maagdenhuis nog onduidelijk”. In 2005 sierde deze titel een artikeltje in de Gazet van Antwerpen, toen de stad Antwerpen overwoog om het Maagdenhuismuseum over te nemen van het OCMW. Twintig jaar later kan de quote hergebruikt worden. De erfgoedsite heeft recent een nieuwe, tijdelijke invulling gekregen, maar wat er na 2027 zal gebeuren met de museumfunctie van het gebouw, is vandaag wederom onbekend. Door de eerdere controverse rond de uitbreidingen van hotel Botanic Sanctuary Antwerp, stijgt nu de verontrusting over de toegankelijkheid van hele buurt.
Het Maagdenhuis heeft een lange geschiedenis. De instelling ontstond in 1552 als opvangplek en school voor vondelingen en arme weesmeisjes, opgericht in het achterhuis van het Vrouwekenshuis in de Lange Gasthuisstraat. In die tijd, toen de term ‘sociaal vangnet’ nog niet was uitgevonden, waren het voornamelijk religieuze instellingen en godshuizen die instonden voor de zorg en bijstand aan arme mensen, wezen, zieken, ouderen en ook pelgrims. Die godshuizen werden doorgaans vergoed door een rijke mecenas, die zijn/haar lokale gemeenschap wilde helpen en in ruil voor die liefdadigheid ook zielenheil kon verzekeren.
In de loop van de eeuwen kon het Maagdenhuis steeds meer uitbreiden, tot het in 1882 verhuisde en het algemene bestuur van de Burgerlijke Godshuizen, de verre voorloper van het OCMW, er zijn intrek in nam. De kapel werd toen al ingericht als tentoonstellingszaal. Later, in 1930, werd het gehele complex een museum over enerzijds de kunstschatten van de Burgerlijke Godshuizen, en anderzijds de geschiedenis van de armen-en wezenzorg van Antwerpen. Vanaf dit jaar tot en met 2027 heeft het museum een nieuwe invulling.
Volgens het huidige kabinet van Cultuur onder Lien Van de Kelder (Vooruit) blijft het Maagdenhuis trouw aan zijn historische rol als toevluchtsoord voor kwetsbaren. Vandaag is er onder andere het restaurant Samenloop van Gatam gevestigd, een tijdelijke invulling die volgens hen aansluit bij het verleden van het gebouw. Het pand biedt daarmee ruimte aan een sociale organisatie die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt opleidt en begeleidt naar een toekomst in de horeca. Ook de sociaal-artistieke werkplaats Tutti Fratelli heeft hier een plek gevonden voor een deel van haar werking. Daarnaast zal een selectie uit de collectie van het Museum Mayer van den Bergh er binnenkort te bewonderen zijn.
Het Maagdenhuis blijft op die manier volgens het kabinet van Cultuur een veilige haven voor wie dat nodig heeft, én een open huis voor de Antwerpenaar en bezoekers van buitenaf — een plek om te ontdekken en (her)ontdekken, waar iedereen welkom is.
Projectontwikkeling en besparingen
Dirk Luyten, doctor in de sociale wetenschappen en master in de stedenbouw, kijkt kritisch naar de ontwikkeling in het Maagdenhuis en de buurt errond. “Ik heb mijn hele carrière gewerkt rond sociaal woonbeleid en stedenbouw”, vertelt hij. “Wat ik nu zie gebeuren in deze buurt, roept vragen op over de toekomst van het publieke eigendom en de toegankelijkheid van de stad.” Luyten was curator van de expo in het Maagdenhuis Kinderen van de zorg. Zes eeuwen, drie locaties, één verhaal in 2023 en vorig jaar deelde hij zijn bezorgdheden al met de GvA/Het Nieuwsblad. Daarin werd hij toen tegengesproken door schepen Nabilla Ait Daoud (N-VA) die beloofde dat het nieuwe businessplan voor het Maagdenhuis een “permanente ontsluiting van de kerncollectie” zou bevatten “in dialoog met de partners uit het kortetermijnverhaal of aangevuld met anderen”.
“Ik had veel contact met de medewerkers van het Maagdenhuis en zij kwamen totaal uit de lucht gevallen bij de tijdelijke sluiting en nieuwe invulling van het museum. Ik heb zelfs de indruk dat de directeur van niets wist”, vertelt Luyten. Volgens hem zijn er meerdere redenen genoemd voor de herbestemming van het gebouw. “Er werd gezegd dat er te weinig volk kwam naar het Maagdenhuis, en dat de culturele sector moest besparen. Door acht of negen voltijdse equivalenten te schrappen, was het gemakkelijk om te zeggen: hier hebben we onze sanering gedaan.”
Luyten maakt zich ook zorgen over de mogelijkheid dat het Maagdenhuis op termijn in handen zou kunnen vallen van Iret Development, de vastgoedontwikkelaar achter het Botanic Sanctuary Antwerp. “Het Maagdenhuis ligt midden in de stratenblok waar Iret Development volop bezig is met het opkopen, huren en verbouwen van gebouwen voor hun hotelproject”, legt Luyten uit. “Het is niet ondenkbaar dat ze uiteindelijk ook hun oog op het Maagdenhuis zouden werpen.” Daarbij is er ook sprake dat er mettertijd renovaties moeten gebeuren in het Maagdenhuis. “Dat kost natuurlijk geld. Dit roept de vraag op of de stad deze kosten zelf wil dragen of externe partijen wil laten betalen. Het lijkt erop dat er binnen de politiek een interne strijd is geweest, waarbij de ene partij het gebouw graag aan de vastgoedontwikkelaar wilde overdragen, terwijl een andere partij dit probeerde te voorkomen.”
Toch heeft Luyten de indruk dat er in het recente bestuursakkoord afspraken zijn gemaakt om het Maagdenhuis te vrijwaren van privatisering. “Ik heb wel de indruk dat men probeert te voorkomen dat het Maagdenhuis in handen van een vastgoedontwikkelaar komt, al blijf ik het de komende tijd goed in de gaten houden”, besluit hij. Daarnaast voerde de socioloog/stedenbouwkundige verschillende gesprekken met betrokkenen over de toekomst van het Maagdenhuis, en wat hem vooral opviel, is de verdeeldheid tussen de verschillende politieke partijen. “Bepaalde fracties gaven aan dat het Maagdenhuis al lang in handen van een privépartner zou zijn als er niets ondernomen was en er geen nieuwe functies in ondergebracht werden”, vertelt hij.
Collecties en het historisch verhaal
Luyten heeft respect voor de nieuwe initiatieven, zoals restaurant Samenloop en het modeatelier door samenwerking van GATAM vzw en REantwerp. Toch vreest hij dat het verhaal en de geschiedenis van de zorg in Antwerpen op die manier verloren zullen gaan. “Bij de sluiting van het Maagdenhuis is gezegd dat het verhaal van het Maagdenhuis centraal zou blijven staan en de kerncollectie een plek zou krijgen. Die kerncollectie is afgevoerd naar een depot en men is niet bezig met dat verhaal uit te schrijven. Als je iets wil doen met de geschiedenis van zorg en dienstverlening in Antwerpen, dan moet daar een team voor zijn, maar die mensen zijn verdwenen of hebben andere functies gekregen.” Bij de tijdelijke nieuwe invulling van het Maagdenhuis hoort ook een deel van de collectie van Mayer van den Bergh dat de deuren sluit tot 2029 voor renovatiewerken. Na Mayer van den Bergh zou ook het Vleeshuis renovaties ondergaan. “Ik vrees dat het Maagdenhuis een opslagplaats wordt voor de stukken uit andere musea”, zegt Luyten.
Eind april zal Mayer van den Bergh sluiten voor renovaties en uitbreidingen. Directeur Carl Depauw kijkt alvast uit naar de samenwerking met het Maagdenhuis. “We zullen op het gelijkvloers 43 publiekslievelingen van ons museum tentoonstellen. Die werken zijn geselecteerd door ambassadeurs, dat zijn zowel individuen als organisaties, die een band hebben met het werk en die verantwoorden waarom ze beschikbaar moeten blijven voor bewoners en bezoekers van de stad. Bijna de helft zijn ook Vlaamse Topstukken dus we zullen goed moeten kijken naar de maatregelingen op vlak van bijvoorbeeld luchtvochtigheid en beveiliging.” Depauws carrière is onlosmakelijk verbonden met de Antwerpse musea. Hij werkte eerder al in Plantin-Moretus en het Prentenkabinet, en was tien jaar lang directeur van het MAS. In 2027 gaat hij overigens zelf op pensioen.
“Wat de toekomst van het Maagdenhuis betreft, daar weten wij ook nog niet veel over”, vertelt hij. “Het zal gedurende die tentoonstelling wel onze verantwoordelijkheid zijn dat het verhaal van het weeshuis toon- en leesbaar blijft. De binnenplaats is daar een goede plek voor. Het collectiestuk nummer 1 voor het verhaal is het gebouw ook zelf natuurlijk.”
Over de verdwijning van de collectie kan Depauw wel meer vertellen: “In het bestuursakkoord is afgesproken dat ik samen met aantal collega’s een waarderingstraject ga aflopen met de collectie van het Maagdenhuis en het OCMW. We gaan wetenschappelijk onderzoeken hoe die collectie in de loop van de jaren is ontstaan. Zo werden er kunstwerken verzameld die niet rechtstreeks een link hadden met het verhaal van die plek. We zijn allemaal kinderen van onze tijd, opvattingen rond erfgoed zijn evolutief, dus daar moet je ook respect voor hebben. Het is daarom dat de collectie verhuisde naar het depot, waar we ze de komende twee jaar stuk voor stuk zullen evalueren. De uitkomst zal een advies zijn over hoe we best in de toekomst omgaan met die collectie, wat daaruit volgt zal een politieke besluitvorming zijn.”
De twee musea verschillen sterk van elkaar. In de wilsbeschikking van Henriëtte MvdB stond dat de collectie één en ondeelbaar is met het gebouw én dat er niks toegevoegd of verwijderd mag worden. Het collectieprofiel van het Maagdenhuis is wel meermaals veranderd. “Het waarderingstraject heeft nu de ambitie om voor de komende 40, 50 of 60 jaar het Maagdenhuis op een heldere manier te verankeren in het historisch verhaal van de stad”, besluit Depauw.
De Botaniekbuurt als sociaal hart
Hoewel de toekomst van het Maagdenhuis nog onzeker blijft, is het duidelijk dat de veranderingen zich niet beperken tot het gebouw zelf. Ook de buurt eromheen, het stratenblok waarin het Maagdenhuis ligt, ondergaat ingrijpende vernieuwingen die de dynamiek in de buurt flink zullen veranderen. Het stratenblok in kwestie, door Den Triangel-redactie ook wel de Botaniekbuurt genoemd, is omsloten door de Lange Gasthuisstraat, Sint-Jorispoort, Leopoldstraat en Arendbergstraat en is een van de grootste stratenblokken in de Antwerpse binnenstad. “Historisch gezien was dit het domein van het Sint-Elisabethziekenhuis”, legt Luyten uit. “Het merendeel van dit blok was en is nog steeds publiek eigendom, met eigendommen van het OCMW en de stad Antwerpen, waaronder de Kruidtuin, die sinds het begin van de twintigste eeuw stadseigendom is.”
Toch lijkt dat publieke karakter steeds meer onder druk te staan. Een vastgoedfirma, Iret Development, kreeg via een erfpacht de oude kloostervertrekken van het Sint-Elisabethgasthuis in handen. “Het OCMW had hier destijds het Elzenveld van gemaakt, een sociocultureel centrum”, zegt Luyten. “Maar Iret Development heeft de gebouwen gerenoveerd en er het vijfsterrenhotel Botanic Sanctuary Antwerp met sterrenrestaurants van gemaakt.” Volgens Luyten beperkt de invloed van Iret Development zich niet tot deze renovatie. “Langs de Sint-Jorispoort zijn ze nu woningen aan elkaar aan het slaan, waardoor er ruimte ontstaat voor een nieuw restaurant en een luxewinkel, verbonden aan het hotel.”
Daarnaast speelt de toekomst van het Sint-Elisabethziekenhuis een belangrijke rol. “We weten dat de ziekenhuisdiensten daar zullen stoppen, en er gaan geruchten dat deze gebouwen ook in handen van Iret Development zullen komen”, zegt Luyten.
Volgens Luyten is de invloed van Iret Development niet alleen merkbaar in de renovaties, maar ook in de manier waarop regels flexibel worden geïnterpreteerd. “Bij de verbouwingen van het hotel heeft Iret Development een aantal bouwovertredingen begaan. Er zijn processen-verbaal opgesteld, onder andere voor de bogen bij de ingang, de inkomluifel van het hotel en de slagboom die de weg voor voorbijgangers blokkeerde. Deze ingrepen zijn allemaal gebeurd zonder vergunning”, stelt hij.
Regulariseringen en exclusiviteit
Over de meer specifieke vragen wat betreft de samenwerking tussen de Stad en vastgoedontwikkelaar Iret kan het huidige stadsbestuur weinig antwoord geven. Volgens Rebecca Van Remoortere, woordvoerder van de schepenen bevoegd voor Wonen, Stadsontwikkeling en Cultuur, gaat het over “beslissingen die veel eerder zijn gemaakt” en die deels onder de vorige legislatuur vallen, waardoor de huidige schepenen hier geen volledig antwoord op kunnen geven.
Hoewel het bij restauraties wel vaker voorkomt dat kleine ingrepen achteraf geregulariseerd worden, werd de regularisatieaanvraag in eerste instantie geweigerd door de stad. “Er waren negatieve adviezen van omgevingsambtenaren en andere adviesorganen”, zegt Luyten. “Toch werd de nieuwe regularisatieaanvraag van Iret Development, tegen alle adviezen in, een jaar later alsnog goedgekeurd door de stad Antwerpen.” Luyten en enkele buurtbewoners dienden bezwaar in bij de deputatie, die opnieuw negatieve adviezen kreeg van haar eigen ambtenaren en de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed. “Desondanks veegde de deputatie ons bezwaar volledig van tafel en gaf ze de stad Antwerpen gelijk. Het lijkt erop dat bepaalde politieke fracties hier duidelijk achter staan en de initiatiefnemers beschermen, ondanks de negatieve adviezen van hun eigen personeel en adviesraden.”
Naast de juridische en politieke kwesties, ziet Luyten een bredere transformatie van de buurt. “Vroeger had dit stadsblok een uitgesproken publiek karakter. Het OCMW had er verschillende diensten, het ziekenhuis was toegankelijk, en de kloostertuin stond open voor bezoekers. Nu is die afgesloten. De kapel waar concerten werden gehouden, is nu onderdeel van het hotel. De universiteit organiseerde studiedagen in het Elzenveld, en zelfs voor een cursus mindfulness kon je daar terecht. Het was een ontmoetingsplek”, vertelt hij. “Nu wordt alles stukje bij beetje geprivatiseerd.
Volgens Luyten is de impact hiervan duidelijk zichtbaar in de wijk. “Er wordt geprobeerd delen van de Kruidtuin exclusief te maken, en er zijn al pogingen geweest om doorgangen af te sluiten. Zelfs een voormalige kringloopwinkel moest wijken.” De veranderingen trekken een bepaald publiek aan. “Er wordt gesproken over het ‘pareltje’ van Antwerpen, een vijfsterrenhotel waar Madonna zou kunnen logeren in plaats van in Brussel. Maar wat heeft de gemiddelde Antwerpenaar daar eigenlijk aan?”, vraagt Luyten zich af. “Tijdens een kerstmarkt georganiseerd door het hotel kon je champagne drinken voor zo’n achttien euro per glas. Ik vraag me af of dat is wat deze buurt echt nodig heeft.”
“Ik zie twee belangrijke problemen”, besluit Luyten. “Enerzijds verdwijnt het publieke karakter van deze plek. Met medeweten van het stadsbestuur, of fracties van het stadsbestuur, worden publieke eigendommen via erfpacht of verhuur overgedragen aan privépartners, die daar exclusieve activiteiten organiseren. Anderzijds verdwijnen stedelijke functies en plekken die belangrijk waren voor de buurtbewoners. Het lijkt erop dat deze wijk langzaam minder toegankelijk wordt voor de gemiddelde Antwerpenaar en enkel een bepaald publiek aantrekt.”
Ondanks zijn kritiek blijft Luyten zich inzetten voor het behoud van het Maagdenhuis en de veranderende buurt. “Ik steun nog altijd de actiegroep ‘Stop Uitverkoop Antwerpen’. Ik begrijp de positieve argumenten voor de herontwikkeling, maar ik ben bang dat mensen het bredere plaatje niet zien. Er is een verschuiving aan de gang van publiek naar privaat. Een ware verdringing.”
Voor dit artikel werd ook contact opgenomen met Iret Development en de directie van het Maagdenhuis, maar zij konden of wensten niet (tijdig) te reageren.
Door Lise Vanderschueren, Samuel Caremans en Jan Vandeurzen