Nu de dagen kouder worden, komt het seizoen van de straatartiesten ten einde. Ashton Ka is afkomstig van Bulgarije en kwam in Antwerpen wonen om als levend standbeeld op te treden op de Meir. De performancekunst is haar grote passie, ook al zijn de optredens niet zonder uitdagingen, zo vertelt ze.
Édith Piaf, Bulgaarse vrouw in bloemenveld en postbode zijn slechts enkele personages uit Ashtons kleerkast en schminkdoos. Vaak herken je haar op de Meir als een spierwitte bakker, compleet met traditionele outfit en deegrol. Ashton is overigens niet haar echte naam, maar een bijnaam die ze ooit kreeg toen ze tijdens de les Frans ‘nous achetons’ niet goed kon uitpreken. Ze bleef de naam hier gebruiken omdat ze voor anderen makkelijker uit te spreken bleek dan haar Bulgaarse.
Sinds wanneer treed je op als levend standbeeld?
“Toen ik afstudeerde, ben ik eerst beginnen werken bij het reclamebedrijf van mijn ouders in Bulgarije. Het was op zich een goede baan, maar dat was niets voor mij. Vervolgens ben ik gaan werken bij een poppentheater, Dat heb ik zo’n vier lang gedaan en heb ik veel van geleerd. Uiteindelijk sloot het niet helemaal aan bij mijn talenten, je moet er een sterke stem voor hebben en ik werkte liever met mimiek en lichaamstaal.”
“Ik was aan het rondreizen met vrienden en verbleef op een gegeven moment bij een vriendin van een vriend, hier in Antwerpen. Ik vertelde haar dat ik aan het werken was aan een kostuum om straatoptredens te doen. Ze vroeg mij of ik plan van aanpak had en waar ik dat wilde doen. Ik had al gehoord van Barcelona, maar zij stelde voor dat ik het hier zou doen. Zo is het begonnen. Ik ben verliefd geworden op Antwerpen en inmiddels woon ik hier al vijftien jaar.”
Woon je hier permanent?
“Ik woon hier, maar ik trek wel veel rond voor festivals. Straatoptredens doe ik enkel wanneer ik geen evenementen heb. Ik heb festivals gedaan in Polen, Duitsland, Portugal, Engeland,… Zelfs Koeweit. Er is heel fijne internationale gemeenschap van levende standbeelden. We ontmoeten elkaar op festivals en houden elkaar op de hoogte om samen te werken en dingen te organiseren.”
“Een collega van mij was bijvoorbeeld op zoek naar een metgezel voor een optreden in Indonesië. Hij belde mij om te vragen of ik vrij was en uiteraard wilde ik mee.”
Antwerpen heeft geen traditie van levende standbeelden. Zie je jezelf als een pionier die de theatervorm hier wil bekendmaken?
“We zijn inderdaad niet met veel. Al ben ik niet de eerste, mijn vriendin Sofie doet het hier al langer. In Nederland zie je het wel vaker, maar ik woon hier te graag om daarvoor te verhuizen. Ik zou het natuurlijk heel fijn vinden om hier evenementen te organiseren. Soms doe ik ook moeite om meer contacten te leggen, maar ik maak al kostuums, ik treed op, ik werk met de andere artiesten,… Je kan niet alles doen dat je wil.”
“En taal is ook een knelpunt. Ik ben Nederlands aan het leren, maar aangezien het mijn job is om niet te spreken, gaat dat nog niet zo vlot.”
Hoe heb je geleerd om de kostuums te maken?
“Al doende. Je maakt één kostuum, dan maak je een ander,… Dan mislukt er eentje, en moet je het repareren. Zo heb ik nu al dertig kostuums. Er zijn zo veel mogelijkheden, alles kan een levend standbeeld zijn. Je moet er wel over nadenken hoe je het gaat gebruiken. Elk kostuum heeft zijn eigen posities die training vergen en je moet je kunnen concentreren om niet te bewegen. Mijn straatoptredens dienen vooral om daarop te trainen, en om feedback te krijgen. De connectie met toeschouwers is heel belangrijk, want je krijgt meteen feedback op wat je doet.”
Zijn die reacties altijd positief?
“Meestal krijg ik geweldige reacties, absoluut. Kinderen die eerst bang zijn, maar dan beginnen te lachen…Natuurlijk zijn er ook lastige situaties en die probeer ik dan te vergeten. Je moet ook beseffen dat provocaties niet altijd slechte reacties zijn. Als iemand je lijkt te willen poken of aanraken, dan is dat vaak de taal van iemand die niet goed weet hoe te reageren. Je hebt snel door of iemand goede bedoelingen heeft of niet.”
“Het is echt grappig hoe veel mensen mij aan het bewegen willen krijgen. Soms komen ze voor mij stilstaan met een raar gezicht om mij te doen breken, maar dat spelletje ken ik intussen. Om even lang stil te staan als ik heb je ervaring nodig en toch blijven ze proberen. Die mensen zijn doorgaans wel erg lief, dat zijn heerlijke interacties.”
Hoe ga je om met onbeleefde mensen?
“Ik voel mij wel verantwoordelijk om mensen erop te wijzen als ze iets verkeerd doen. Straatartiesten maken deel uit van de stad en als wij mensen leren dat ze ons zomaar slecht kunnen behandelen, dan zullen ze dat ook doen bij anderen. Kinderen kunnen je soms echt terroriseren, want ze weten dat je je tegen hen niet mag verweren. Ik heb in het verleden veel last gehad van een groep die mij regelmatig kwam uitdagen. Vervolgens heb ik een camera achter mij opgesteld en dan werden ze al snel een stuk terughoudender.”
Als je aan het werk bent, valt op hoe veel controle je hebt over je lichaam en je gezichtstrekken.
“Dat is een uitdaging. Als ik praat, ben ik erg expressief en een spraakwaterval, en moet je me vragen om te stoppen. Dus het is heel leuk dat ik met dit werk daar meer balans in vind. Ik ben doorheen de dag altijd aan het piekeren over wat ik moet doen, maar als ik een standbeeld ben, kan ik de tijd nemen om helemaal tot mijzelf te komen. Dan voel ik mij goed, rustig en comfortabel, zelfs als er iemand opdaagt om mij te verstoren.”
“In het begin was ik veel nerveuzer en had ik schrik dat mensen mij gingen aanraken. Daar moet je je overzetten.”
Op sommige dagen barst het van het volk op de Meir. Raak je nooit overweldigd van al die drukte?
“Ja, dat geluid… Ik zet nooit muziek op thuis, of als ik in de auto ben. Ik heb dan wel volledige stilte nodig. Maar ik ben dus op mijzelf terwijl ik optreed en dan kan ik mij daar wel van afsluiten. Ik maak oogcontact met mensen wanneer ze mij geld geven of poseren voor een foto, maar voor de rest staar ik voor mij uit. Dan zie ik geen mensen, enkel kleuren die voorbijgaan, en dat maakt me rustig. In ieder geval liever die drukte, dan de hele dag achter een computer zitten.”
Waar hou je je zoal mee bezig tijdens het winterseizoen?
“Dan werk ik aan nieuwe personages en repareer ik mijn kostuums. Ik reis elk jaar voor een tijdje terug naar Bulgarije om mijn familie en mijn partner te zien. Ik heb daar ook een atelier waar ik aan mijn projecten kan werken. Het is telkens een lange autorit, maar dat is geen probleem voor mij.”
Aan welk personage ben je nu aan het werken?
“Happy Man. Dat is zo’n beeldje van een boeddhistische monnik met een dikke blote buik en een grote glimlach. De legende is dat je over zijn buik moet wrijven om geluk te krijgen. Ik ga wel niet echt met een blote buik staan. Het idee is nog pril, maar ik ga het zeker volgend jaar uitproberen.”