Creatief in tijden van corona deel 5: Benny Van den Meulengracht-vranckx: “Ik ben gemaakt om te creëren”

In voorgaande dossiers werd duidelijk hoe consumenten bewust investeren in Belgische mode en de voorkeur geven aan een kleine koffiezaak vijf straten verder in plaats van een gigant om de hoek. Maar lokaal steunen, hoe doe je dat met de beeldendekunstensector? 

De Antwerpse Benny Van den Meulengracht-vranckx is het schoolvoorbeeld van een van-alles-wat-man: hij is het hoofd van het jaarlijkse Antwerp Art Weekend, maakt als zelfstandige in bijberoep schilderijen, keramieken, installaties en tekeningen. De vrije gaatjes vult hij op als dj.

Normaal gesproken is het geen ramp als er een project wegvalt, hij kan immers altijd terugvallen op een ander dat loopt, maar ook voor hem zette de crisis alles eventjes on hold. “In de kunstwereld is het een luxe om ergens een vast contract te hebben, en ik heb dat geluk door Antwerp Art. Dus logischerwijs ben ik daar op technische werkloosheid gezet.” Qua timing kon de pandemie niet veel slechter vallen, het Antwerp Art Weekend gaat normaal elk jaar door in maart. “Als tentoonstellingsmaker had ik ook nog een opdracht lopen tegen juni maar die is volledig afgelast. Deze zomer zou ik op het festival Wecandance draaien, en daarbovenop had ik nog drie evenementen gepland. Ik heb dus altijd wel wat om handen en mijn agenda staat meestal vol. Het is een heel vreemd gevoel als dat plots niet meer zo is.”

Nieuwe projecten

De eerste drie weken vielen Benny behoorlijk zwaar. “Ik had onderschat wat niks doen doet met je mentale gezondheid. Als je het gewend bent om altijd wel wat om handen te hebben, lijkt het net op afkicken. Ik werd er gek van om mijn dagen zo te verspillen. Het was voor mij een extra bevestiging dat ik gemaakt ben om te creëren.” Toen Benny het na drie weken echt niet meer trok heeft hij gedaan waar hij als kunstenaar het beste in is: improviseren. “Er is altijd wel iets wat je kan doen, dus ben ik intensief beginnen werken aan een nieuwe website voor Antwerp Art.”

Onder het motto ‘wie zoekt, die vindt’ ging Benny op zoek naar manieren om de leegtes op te vullen. “Daar zal ik uiteindelijk altijd de vruchten van plukken. Want ook nu, tijdens de crisis, komen er dingen op mijn pad terecht. Zo ben ik in contact gekomen met nieuwe projecten. Ik ben bijvoorbeeld vanaf volgend jaar lid van een nieuwe galerij, al kan ik daar voor de rest nog niet zo heel veel over zeggen. Maar  we zijn alvast begonnen aan de voorbereidingen, gedigitaliseerd uiteraard. Daarnaast ben ik samen met een groepje andere kunstenaars ook op zoek gegaan naar een locatie voor evenementen en ateliers. En al zijn dat plannen voor de toekomst, daar gaat heel veel werk aan vooraf: een concept uitwerken, een plan opstellen, schetsen maken en alles op elkaar aftoetsen.” 

bron foto’s: Instagram Benny.

 

Atelier als tentoonstellingsruimte

Hoe creatief het beroep van een kunstenaar is, zo precair is het ook. De vraag naar subsidies is groter dan ooit, dus wordt de kans dat de overheid je project steunt steeds kleiner (tegenwoordig slechts zo’n 40%). Vaak is het te riskant om je werk erdoor te laten bepalen. Met de steun die kunstenaars krijgen tijdens de crisis zit dat ongeveer hetzelfde. “Door mijn vast contract bij Antwerp Art heb ik recht op een uitkering, al verloopt die betaling niet zoals het zou moeten. Vaak komt alles een maand te laat, als het überhaupt al komt. Daarom stel ik me bewust niet afhankelijk op.”

“Die mindset heb ik altijd al gehad, en speelt tijdens een crisis in mijn voordeel. Toen ik studeerde aan Sint-Lucas, heb ik mijn atelier zeven jaar lang ook als tentoonstellingsruimte gebruikt. Op die manier hebben de mensen al eens van mijn naam gehoord.”

Helaas is het kunstenaarsklimaat in België niet altijd even gunstig, integendeel. “Ik weet dat ik me op economisch vlak in een zwakke positie bevind. Ik neem liever het zekere voor het onzekere, en daarom heb ik ervoor gezorgd dat ik altijd wel op een manier geld verdiende. Met momenten maakt de crisis mij daarom onrustig. Ik ben het gewend om safe te zitten.”

Al maakt die onrust ook plaats voor reflectie, volgens Benny, iets wat hij anders veel te weinig doet. “Het verloop van deze crisis is het ultieme bewijs dat het einde van sommige dingen vaak ook het begin van nieuwe betekent.  In de normale situatie had ik wellicht nooit tijd gehad om mij vast te bijten in nieuwe projecten. Dat heeft me ook doen inzien dat bepaalde andere dingen, zoals Antwerp Art, fantastisch zijn geweest voor mij maar me nu geen voldoening meer geven. Tijd voor iets nieuws dus. In die zin ben ik dus wel dankbaar voor de omstandigheden.”

Kunst voor de elite?

Toch is het volgens Benny ook belangrijk om realistisch te blijven. “Er gaat nog een grote terugval komen in bepaalde sectoren, bijvoorbeeld de nachtclubs of de festivals. Voor sommige initiatieven is het niet zo voordehandliggend dat alles simpelweg wordt verplaatst naar 2021, want is dat überhaupt wel haalbaar? Natuurlijk heb ik het dan niet over reuzen zoals Tomorrowland, maar kleinere projecten die nog volop aan het groeien zijn.” Andere kleine initiatieven, zoals Belgische mode-merken, konden de laatste weken rekenen op lokale steun. Maar dat is niet voor elke sector zo vanzelfsprekend.

Voor de beeldendekunstensector is die situatie helaas hetzelfde. Die is binnen het onderdeel cultuur altijd al het minst populair geweest, vindt Benny.  “De productiekosten liggen vaak erg hoog. En omdat je een tussenpersoon nodig hebt, zoals een galerist, liggen de prijzen van schilderijen vaak heel hoog. Dat maakt de beeldendekunstensector een pak minder toegankelijk, en creëer je een soort van elite-fenomeen. Dat resulteert helaas in minder lokale steun van de consument.”

Dat wil volgens Benny niet zeggen dat er geen steun is voor de beeldendekunstensector, maar de steun is vooral gevoelsmatig. “De extra appreciatie voor de cultuursector is van korte termijn en jammer genoeg heel oppervlakkig. Dat bewijst zich in eerste plaats al in het parlement, en de manier waarop het geld daar verdeeld wordt. De cultuursector zal altijd de laatste zijn om gered te worden, en dat is deze crisis niet anders. Maar zorgen maak ik me niet. Kunstenaars redden zich wel, dat hebben ze altijd al gedaan.”

 

By | 2020-06-12T14:15:51+02:00 juni 8th, 2020|Dossiers|0 Comments

About the Author:

Leave A Comment