Huidhonger, deel 4: “Nu ik niet mag knuffelen, merk ik nog harder hoe belangrijk het is” 

Lisette (73) is gepensioneerd en woont alleen. Ze kon altijd rekenen op bezoekjes van haar kinderen en kleinkinderen, maar toen Covid-19 opflakkerde, viel ook dat volledig weg. Nu mist ze haar kleinkinderen enorm.

“Eind vorig jaar ben ik geopereerd aan mijn dij en pas midden februari werd ik, na een lange revalidatie, ontslagen uit het ziekenhuis. Ik liep nog steeds op krukken, dus mijn kinderen sprongen geregeld binnen om een handje toe te steken. Ongeveer een maand genoot ik van die hulp, tot de coronacrisis er midden maart een stokje voor stak. Plots stond ik alleen met mijn twee extra benen.”

“Dat mijn gras niet gemaaid wordt of mijn vensterbank stoffig ligt, is het minste van mijn zorgen. Mijn kinderen en kleinkinderen kwamen niet enkel over de vloer om te helpen, soms ook gewoon om iets te drinken en een babbeltje te slaan. Dat ik hen niet kan ontvangen, vastpakken en hun verhalen kan aanhoren, valt mij nu het zwaarst.”

Paashaas

“In het begin zag ik de ernst van de coronacrisis niet in en was ik ervan overtuigd dat ik, zoals elk jaar, de familie kon uitnodigen voor Pasen. Pas toen bekend raakte dat dat niet mocht, besefte ik in wat voor situatie we ons allemaal bevonden. Het feit dat zo’n belangrijk familiefeest wegviel, betekende dat het nog lang niet gedaan was.” 

“Ik heb me wel tot paashaas ontpopt die dag. Een paashaas die van achter het raam toekeek hoe de kleinkinderen eitjes raapten in de tuin. Het leek een fijn moment te zijn, maar de terugslag was hard. Zien dat je dierbaren binnen handbereik zijn en ze toch niet mogen knuffelen, is onbeschrijfbaar. Hetzelfde gebeurt wanneer mijn grotere kleinkinderen eten komen brengen. Dan zie ik hen, uit gewoonte, bijna naar binnen wandelen, maar houden ze plots halt. Ik weet dat ze dat doen om mij te beschermen, maar soms voelt het alsof ze niet meer bij me binnen willen.”

Geen seconde spijt

“Eén keer heb ik van zo’n moment geprofiteerd. Mijn kleinzoon kwam iets afgeven, keurig wachtend aan de deur, en ik heb hem gewoon vastgepakt. Ik weet dat het niet slim was, maar ik kon het niet meer inhouden: ik wilde die knuffel zo graag. Hij schrok duidelijk. Niet omdat hij me niet wilde knuffelen, maar omdat hij me wilde beschermen en het gevoel had dat hij daarin gefaald had. Ik heb alle ‘schuld’ op mij genomen zodat hij met een gerust hart kon vertrekken, maar ik heb er nooit spijt van gehad.”

“Die knuffels of schouderklopjes zijn het enige dat ik nog heb. Sinds mijn scheiding veertig jaar geleden, ben ik nooit meer hertrouwd. Ik werkte hard om mijn kinderen een goed leven te kunnen bieden, maar door zo te focussen op die zaken, leek ik precies immuun voor aanrakingen. Ik heb me vaak afgevraagd of ik mijn kinderen wel genoeg affectie gaf. Ze hebben het mij nooit kwalijk genomen, maar toch probeer ik de schade in te halen. En nu de mogelijkheid wegvalt, merk ik nog harder hoe belangrijk het is om te knuffelen.” 

Flesje troost

“Het is fijn om te zien dat de maatregelen beetje bij beetje versoepelen. Ik kan nu weer een koffietje gaan drinken op het terras van mijn dochter en behandeld worden door mijn kinesist. Mijn revalidatie gaat vooruit en vanaf deze week kook ik weer voor mezelf. Nu is het dus enkel uitkijken naar het moment dat ik al mijn kleinkinderen zonder zorgen weer in mijn armen kan sluiten. Het gemis compenseren kan ik niet, maar tot het weer mag, zal kleinzoon nog steeds een extra flesje ‘troost’ voor me mogen meebrengen uit de winkel.”

 

By | 2020-06-03T16:01:53+02:00 juni 3rd, 2020|Dossiers, Huidhonger|0 Comments

About the Author:

Leave A Comment